Het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen staat dit jaar in het teken van eten: wat at men zo’n honderd jaar geleden? Ik ging à la 1920 lunchen in een vissershuisje in het buitenmuseum, in de tentoonstelling Aan tafel! in het binnenmuseum staan aardappelen, kool en vis staan centraal en ik mocht proeven van 4 culinaire hedendaagse interpretaties! 

Aan tafel! In het Zuiderzeemuseum

Aan tafel! In het huishouden van 1920

In het ‘Vissersdorp’ (in een huisje uit 1920 afkomstig uit Zoutkamp aan het Lauwersmeer in Groningen) heeft vrijwilligster Ineke Kok de borden al op tafel staan. De geur van petroleum is duidelijk aanwezig in het knusse huisje. We schuiven aan voor een traditionele lunch zoals die bijna 100 jaar geleden op zondag werd gegeten: gekookte aardappels, stoofvlees en bietjes. En een bordje griesmeelpudding met bessensap toe!

Aan tafel! In het Zuiderzeemuseum Aan tafel! In het Zuiderzeemuseum Aan tafel! In het Zuiderzeemuseum

In de tijd werd er alleen op zondag vlees gegeten; de rest van de week bestond vooral uit gestampte aardappels met groente en gerookte vis. Verse vis (de bijvangst) was er vaak op vrijdag als de boten terugkwamen van de hele week vissen op de Zuiderzee. De ‘gewone’ vis waar op werd gevist (haring, ansjovis, garnalen) was natuurlijk voor de verkoop; de bijvangst kon zelf opgegeten worden. Interessant is dat het hele dorp qua eten collectief samenwerkt. Heeft de buurman veel bijvangst deze week? Dan wordt dat gedeeld met het dorp. Heeft de buurvrouw van 2 straatjes verder heel veel aardappels gerooid? Dan ook weer voor het hele dorp.

Aan tafel! In het Zuiderzeemuseum

Andere gerechten die in die tijd veel gegeten werden zijn billetjes in het groen (witte bonen met snijbonen), lammetjespap (pap van melk en bloem), Jan in de zak (een soort gekookt brood met rozijnen) en gruunmoes (karnemelk met gort, bessensap en kervel).

Qua drank werd er niet zoveel bijzonders gedronken; vooral veel levertraan! :P Gelukkig stond er achterin de kast nog een fles Bols; dus een jenevertje ging er ook wel in in die tijd… ;)

Aan tafel! De tentoonstelling

In het binnenmuseum van het Zuiderzeemuseum (net buiten de poort) is tot 7 oktober de tentoonstelling Aan tafel! te zien. In verschillende zalen kun je zien en beleven hoeveel werk het vroeger was om eten op je bord te krijgen. Even naar de supermarkt gaan is er niet bij eind negentiende eeuw! Aardappelen, kool en vis staan centraal; de ingrediënten die vaak op het Zuiderzeemenu stonden.

Aan tafel! In het Zuiderzeemuseum

De bewoners van het Zuiderzeegebied zijn een flink deel van de dag bezig met het vergaren en verwerken van zelf verbouwd (of gevangen) voedsel. Boeren, arbeiders en burgers verbouwen groente en fruit in hun eigen moestuin en mesten zelf een varken vet. In de zomer en herfst wordt er volop gevist, geoogst en geslacht. Om ook alles goed te kunnen bewaren ontwikkelen ze bewaartechnieken zoals drogen, roken, zouten, inleggen en wecken.

Elke zaal van de tentoonstelling is gewijd aan een van deze drie levensmiddelen. Historische afbeeldingen en originele objecten uit de rijke museumcollectie geven een beeld van de werkzaamheden die kwamen kijken bij het vergaren hiervan. Wat ik erg bijzonder vond: in de ‘koolzaal’ liggen onder andere gipsen koolmodellen uit de collectie van museum Saet & Cruyt, die vroeger werden gebruikt om nieuwe gewassen mee te vergelijken. Vanuit mijn werk bij Naturalis heb ik veel gewerkt met holotypes, neotypes en paratypes, maar ik had er nooit bij stilgestaan hoe ze dat doen bij soorten die je niet kunt bewaren! Heel interessant om te zien. 

Aan tafel! In het museumrestaurant

Natuurlijk zullen we nu niet zo snel meer kruudmoes, kapkool of watergruwel op tafel zetten. Maar daar hebben Foodcurators Digna Kosse en Lucas Mullié iets op gevonden! Zij ontwikkelden 4 gerechten en 4 condimenten/toppings, helemaal van deze tijd, maar met een kwinkslag naar het Zuiderzeeverleden.

Aan tafel! In het Zuiderzeemuseum

In het restaurant kun je (naast de reguliere producten) nu ook kiezen voor één van de drie traditionele Zuiderzeegerechten: de gerookte haring werd een kipperkroket, de kapkool werd vertaald naar een flammkuchen en van het nagerecht watergruwel werd een smoothie gemaakt. Ik vond zelf de flammkuchen het lekkerst; de combi van spekjes met de stoofpeertjes op het knapperige brood was echt heel lekker. Franz vond de watergruwelsmoothie het lekkerst! Ik associeer de naam watergruwel niet met zoet, maar het is van origine dus een gortenpap met krenten, kaneel en bessensap.

Aan tafel! In het Zuiderzeemuseum

En qua toppings: Wat denk je van kervelolie op je broodje? Of een sprenkel ansjoviszout op je frietjes? Ook staat er een schenkflesje specerijenstroop en kun je je gerecht opleuken met wat haringpoeder. Deze toppings staan gewoon op tafel in het restaurant en kun je naar hartelust gratis pakken.

TIP: Probeer vooral ook de polderwafel van aardappel met een beetje van de specerijenstroop die op tafel staat!

Aan tafel! In het Zuiderzeemuseum
Conclusie

Wij hebben ons erg vermaakt! En lekker gegeten… ;) Ondanks dat we er op een zondag in de zomervakantie waren; het voelde helemaal niet druk. Het scheelt dat het buitenmuseum echt heel erg groot is en dat er ook zo’n groot binnenmuseum bij zit. Één dag is bijna niet genoeg om alle huisjes te bezoeken, alle bordjes te lezen en te kletsen met de zeer betrokken vrijwilligers die er rondlopen.


Voor dit artikel ben ik door het Zuiderzeemuseum uitgenodigd, maar deze post bevat 100% mijn eigen mening en beleving.

Disclaimer